In België staat een verkiezingsdag voor de deur. Een periode waarin we ons misschien afvragen wat we belangrijk vinden, welke partij past bij onze standpunten. Een periode waarin we bang worden gemaakt voor bepaalde veranderingen in de wereld. Waarin onze angst gebruikt wordt door partijen om onze stem te winnen, zonder garantie op een oplossing.
Waardoor veel mensen achterblijven met angst voor wat misschien komen zal.
Verder wordt dit geen verhaal over politiek, maar over mijn koopverslaving. Want een periode met angsten was in het verleden ideaal voor mijn koopverslaving om hoogtij te vieren.
Emoties verdoven kon ik als de beste. En dat deed ik (o.a.) door te kopen.
Ik was altijd al sterk bezig met hoe dingen eruit zagen. Als kind wilde ik mijn kamer om de haverklap restylen, alle meubels op een andere plek, een nieuw lampje of wat "schilderijen" aan de muur. Op mijn 5 voerde ik een drama op in een schoenenwinkel omdat ik die witte schoenen wilde en het me koud liet dat dat voor een kind natuurlijk niet het beste idee was. In de lagere school is het enige wat ik mij herinner de vrijdagnamiddag, wanneer we knutselden. Later in de middelbare school volgde ik beeldende vorming en mijn focus voor esthetiek werd er dus niet minder op.
Ik ben de jongste in een grote familie en uiteraard kwamen er zakken vol kleren mijn richting uit van grotere neven en nichten. Waarschijnlijk is mijn herinnering een uitvergroting van hoe het werkelijk was, maar voor mij voelde het alsof ik zelden zelf kon kiezen wat ik aan moest. Ondertussen 12 en in de middelbare school, zo goed als volwassen vond ik dus zelf, hoorde ik van iemand dat die kledinggeld kreeg. Naast het gewone zakgeld een budget om je kleding van te kopen. Wat een top idee, dacht ik. Dan moesten mijn ouders niet met mij gaan winkelen en onderhandelen over wat ik wel en niet zou krijgen. Ik zou gewoon zelf kunnen kiezen.
Mijn ouders gingen akkoord en ik kreeg iedere maand een bescheiden bedrag. In het weekend was ik vaak te vinden op de meir in Antwerpen. Samen met vriendinnen zag ik hoe er iedere week een andere collectie in de winkels hing, hoe andere mensen paradeerden met zakken vol nieuwe kleren en opeens leek het alsof de hele wereld iedere week een nieuwe outfit scoorde, hoe shoppen een hobby kon zijn. Het werd een norm, als in: dat voelde normaal.
Enkele jaren later ging ik in het weekend in de plaatselijke supermarkt werken. Ik zat nog in de middelbare school maar ieder weekend en iedere vakantie werkte ik. Ik had dus eigenlijk voor die periode een groot budget ter beschikking. Hoewel ik ook altijd veel gespaard heb, ging er naar mijn gevoel vanaf dan heel veel geld naar winkelen. Mijn dopamine verslaving werd een feit.
Ik kocht iets nieuws en voelde me zo blij. Ik bewonderde mijn mooie, nieuwe, zelf uitgekozen kleren. Ik droeg ze met trots naar school en genoot met volle teugen van alle complimenten op mijn 'eigen stijl'. Ieder weekend werd de jacht op 'iets nieuws' geopend. Iedere keer was er iets nieuws te vinden in de fast fashion winkels en aan geld geen gebrek, dus ik kon iedere week verliefd worden op iets nieuws en mijn nieuwe liefde mee naar huis nemen.
Een aanzienlijk deel van mijn vrije tijd ging naar winkelen. Thuis kreeg ik steeds vaker de vraag: "Heb je nu weer iets nieuws?" Ik begon erover te liegen. Geen zware leugens maar onschuldige zoals "Nee, dat heb ik al lang." of "Nee, geleend van een vriendin."
Ik kwam thuis van een dagje shoppen en haastte me naar boven om mijn buit ergens vanachter in de kast te verstoppen, om dan te doen alsof ik met lege handen binnenkwam. Mijn kledingkast begon uit te puilen.
Mijn euforische gevoel bij iets nieuws duurde steeds korter. Op de bus naar huis voelde ik mijn geluksgevoel al afnemen. En de schaamte die was er ook al langer. Thuis was er weinig interesse in kleding dus ik voelde hoe 'fout' mijn gedrag daar bevonden werd. Maar ik had genoeg voorbeelden rond mij die bevestigden dat mijn gedrag perfect normaal was. Genoeg andere mensen die shop till you drop ieder weekend vrij letterlijk namen. Dus deed ik gewoon voort.
Toen ik op kot ging werd de situatie uiteraard nog erger. Alle vorm van controle viel weg en ik kreeg er nog een weekbudget bovenop. Dat dit voor eten bedoeld was leek ik af en toe te vergeten. Mijn kot bevond zich op een halve minuut wandelen van dé winkelstraat, dus de mogelijke geografische afstand die daarvoor nog een drempel was, was ook volledig verdwenen. Toen ik geen geld meer had voor eten omdat mijn weekbudget opging aan schoenen (ze waren te groot en bleven ongedragen) ging ik bij een vriendin eten. Er werd wat gelachen om mijn ‘Oops, geen geld meer voor eten, want schoenen gekocht’- verhaal. Maar ik herinner me toch een diep gevoel van schaamte dat me overviel.
Ik ging op mijn budget letten en dat lukte aardig. Maar wat ik vergat was om eens goed na te denken. Over waarom ik zoveel nieuwe dingen wilde, waarom het nooit genoeg leek te zijn, waarom ik maar bleef verlangen naar dingen die dan na aankoop hun kwartier of fame kregen en daarna in de vergeetput die mijn kast was, terecht kwamen.
Er gingen wel wat jaren voorbij waarin ik nooit meer op het punt ‘geen geld voor eten, want schoenen gekocht’ kwam. Maar nog steeds ging ik winkelen als hobby, deed ik veel impuls- en miskopen. En was dat voor mij de norm.
Intussen was ik in het volwassen leven gearriveerd. Nog vele jaren van veel kopen met weinig nadenken. Af en toe deed ik een hele zooi naar de kringwinkel en dan begon ik opnieuw.
Tijdens de coronacrisis bereikte mijn koopverslaving weer een hoogtepunt. Ik moest gaan werken (sociale sector) dus eerst had ik voldoende afleiding, maar toen kreeg ik zelf corona. Zes weken was ik thuis, aan bed gekluisterd. Ik begon, uit verveling, te scrollen op allerlei webshops. De postbode stond meer wel dan niet voor de deur met mijn laatste aankopen. Hij maakte grappende opmerkingen :”Tot morgen hé.” Ik schaamde me dood.
Maar laat schaamte nu net zo'n gevoel zijn waar je niets mee bent. Het vreet je gewoon vanbinnen op en je gaat dat waar je je voor schaamt verbergen. Maar verder is het geen productief gevoel. Het is niet zoals boosheid, dat voor een drive kan zorgen om dingen te veranderen. Je voelt je er gewoon slecht door.
Het meeste kocht ik kleren, maar ik had ook een periode waarin ik decoratie kocht. Sierkussens, vazen, lampen, plaids voor de zetel en andere gezellige dingen. Ik kocht een periode fancy kleren en handtassen waar het prijskaartje nooit af ging. Een andere periode kocht ik alles om op een avontuurlijke kampeertrip te maken.
Achteraf bekeken altijd duidelijk te zien waaraan ik nood had in die periode. Ik had nood aan rust. Had ik ook kunnen nemen zonder al die nieuwe dingen te kopen. Ik had nood aan wat socializen en leuke avonden uit. Daar had ik die 15 extra jurken niet voor nodig. Ik had nood aan in de natuur te zijn, te hiken. Maar dat bleek dan achteraf te zijn in een luxe tent met een keuken, waardoor al die aankopen ook weer nutteloos bleken te zijn. Ik had vooral afgeleerd met mijn ongemakkelijke gevoelens om te gaan dus leerde ik ze verdoven als een pro.
Ik was al eerder geïnspireerd geraakt door minimaliseren, wat gezorgd had voor al heel wat tochtjes naar de kringwinkel. Ik las wat boeken en keek een documentaire. Maar de effecten waren steeds van korte duur geweest. Ik had nooit genoeg gekeken naar waarom ik maar bleef kopen: die emoties dus.
Nu kwam ik er opnieuw mee in aanraking en sijpelde het door in alle gebieden in mijn leven.
Ik las alle boeken die ik kon vinden, keek alle youtube video’s van minimalisten, mensen in tiny houses, etc. Ik begon weer met mijn tochten naar de kringwinkel. Ik verkocht spullen op tweedehands en vinted en de instroom bleef kleiner dan de uitstroom. Ik begon de positieve effecten te voelen van minder spullen.
Ik las over beperkende overtuigingen, over gevoelens verdoven, over alles wat ik nodig had om te begrijpen wat er voor zorgde dat ik zo veel bleef kopen.
Een serieuze beerput van microtrauma’s en niet zo micro trauma’s werd opengetrokken, ik ontdekte wat grote dingen over mezelf die ervoor zorgden dat ik aan het proces kon beginnen van weer mezelf worden. En dat dus allemaal omdat ik begon met ontspullen.
Vanaf dat moment legde ik mezelf op om alles wat ik wilde op een verlanglijst te zetten en dan minstens 30 dagen te wachten. Het was confronterend om te zien dat ik na 24 uur meestal al vergeten was waar ik één dag daarvoor zo naar verlangd had. Ik begon in te zien hoe weinig van de dingen die ik wilde écht een bijdrage zouden leveren in mijn leven. Ik begon mezelf bij al mijn spullen die vraag te stellen: Maakt dit mijn leven op lange termijn beter? Het antwoord was zelden ja.
Mijn dopamine verslaving begon uit te doven. Ik was niet meer non-stop op jacht naar alles wat ik nieuw zou kunnen kopen en me 15 min blij kon maken.
Ik voelde rust over mij komen. Ik kon opeens zo veel tevredenheid ervaren over alles wat ik had, over alles wat écht waarde toevoegde aan mijn leven. Ik voelde dankbaarheid. Ik genoot elke dag van de lievelingskleren die ik droeg, de boeken in de kast die me iets hadden bijgebracht, de sportkleren die ik écht droeg, de meubels die ik écht gebruikte, de decoratie die ik elke dag mooier en mooier begon te vinden.
Ik bleef verder en verder ontspullen en voelde iedere nieuwe ronde door mijn huis weer een nieuw level van loslaten. Loslaten van een fantasy self, van een verleden, van een negatief zelfbeeld, van wat (ik denk dat) anderen van me vinden. Elke ronde kwam ik dichter bij mezelf, wat écht bij mij past, wat écht belangrijk is voor mij.
Wat ik nog mijn leven binnen haalde moest steeds aan meer voorwaarden voldoen. Als het de verlanglijst 30 dagen had doorstaan dan vroeg ik mezelf af of het iets was wat mijn leven op lange termijn beter zou maken. Was het iets wat bij mijn leven past of eerder iets van een fantasy self? (Zoals die dure loopschoenen en sportregenjas waarmee ik in weer en wind zou gaan lopen. Niet gebeurd.) Zou ik er jaaaaaren plezier aan hebben zonder het beu te worden? Had ik er plaats voor? Zou ik het geld liever voor iets anders gebruiken?
Hoe meer ik oefende in het niet-kopen, hoe gemakkelijker het werd. Ik kreeg meer ruimte in huis. Ik heb minder tijd nodig om te poetsen. Ik heb meer geld over. Ik heb meer energie en tijd om dingen te doen die graag deed, i.p.v. al mijn tijd te stoppen in shoppen.
Ik begon eindelijk meer ruimte te voelen om ook op andere plekken in mijn leven een meer minimalistische aanpak door te voeren.
Alles kwam meer in lijn te liggen met wie ik wil zijn.
Stap voor stap doorheen de jaren werd minimalisme mijn nieuwe levensstijl, mijn visie op hoe het leven gemakkelijker, aangenamer en vrijer kan.
Vorige week belde de postbode nog eens aan. Een pakketje, deze keer de hoofdtelefoon van mijn vriend die ons na herstelling werd terug gezonden. Ik deed de deur open en de postbode zei vrolijk: “Dat is lang geleden hé.”
bye bye koopverslaving
Samen met de koopverslaving ontwikkelde ik ook andere ongezonde patronen om mijn emoties te verdoven. Door te minimaliseren begon ik bewustere keuzes te maken en kwamen er meer en meer dingen aan de oppervlakte, die ik jaren lang had proberen begraven. Het werd dringend tijd om hier mee aan de slag te gaan. Ik doorliep dit proces niet alleen (en loop nog wat door). Ik zocht hulp en begeleiding. Kan jij ook wat hulp, ondersteuning, aanmoediging of begeleiding gebruiken? Ik sta voor je klaar! (en ook honderden andere mensen kunnen jou helpen om je beste leven te leven.) Ga ervoor :)
Comments